Selecteer een pagina

Hoeveel weet je eigenlijk van het familiesysteem waarin je bent opgegroeid?
Kun jij jouw stamboom uittekenen, 3 generaties terug? 

We kunnen vaak nog wel onze ooms en tantes op hun plek zetten, dus de broers en zussen van onze ouders. Maar als het gaat om de gezinnen van onze opa’s en oma’s, dan wordt het al een stuk lastiger.

Je familiestamboom tekenen

Inzicht krijgen in de generaties kan door het tekenen van een genogram. Dit is een schematische weergave van jouw familiestamboom.
Het makkelijkste is om bij jezelf te beginnen en vanuit daar de generatie onder je (je kinderen), jouw generatie (broers en zussen) en de generaties boven je (ouders en grootouders) te gaan tekenen.

Vanuit het genogram kun je dan makkelijk aflezen hoeveelste kind in de kinderrij je bent en hoe dat bij je ouders zat. Het is hiervoor belangrijk om alle kinderen een plek te geven, ook de kinderen die doodgeboren zijn en niet geboren zijn door een miskraam of abortus. Hen behoort namelijk ook een plek toe in de kinderrij. Hierdoor kan het zomaar zijn dat je niet het oudste kind bent, maar de tweede in de rij. 

In een genogram worden de kinderen van links naar rechts in leeftijd van oud naar jong weergegeven.
In onderstaande afbeelding, die ook in de vorige blog al langs kwam, zien we een voorbeeld van een genogram.
In generatie 3 zien we twee zussen, gesymboliseerd door de rondjes.
Hun vader komt uit een gezin van 4, met als oudste een broer, daarna twee zussen en hijzelf als jongste.
Hun moeder komt uit een gezin van 3, waar zij de oudste is, dan een broer en dan een zus.

In dit voorbeeld zien we een vrij simpel voorbeeld van een genogram.
Er zijn geen miskramen of doodgeboren kinderen (wat gesymboliseerd zou zijn door een klein zwart rondje of vierkantje). Maar het geeft wel in één oogopslag weer uit wat voor gezinnen de ouders van deze twee meisjes komen.

Informatie uit je familiesysteem

Een genogram is dus een fijn en overzichtelijk middel, waardoor je bepaalde patronen al in zicht in kunt krijgen. Bijvoorbeeld gelijkend gedrag van het jongste kind in ieder gezin.

Waar de werkelijke informatie vandaan komt, is uit de gesprekken die je met je ouders en/of andere familieleden voert. Gesprekken die je waarschijnlijk al moet voeren om de feitelijke informatie in beeld te krijgen. 

Vraag in de gesprekken dan niet alleen naar de volgorde in de kinderrij en hoeveel broers en zussen je opa en oma hadden. Stap weer in je kinderlijke nieuwsgierigheid en ben benieuwd naar hoe je ouders zijn opgegroeid. Hoe hebben zij hun ouders ervaren? Leer op die manier je opa en oma kennen vanuit een ander perspectief. 

Ben ook nieuwsgierig naar hoe je ouders het opgroeien met hun broers en zussen hebben ervaren. Welke ‘bondjes’ waren er tussen broers en zussen of waren die er juist niet?
Zo leer je ook beter begrijpen hoe je ouders geworden zijn wie ze nu zijn.
Wat ook maakt dat je jezelf beter kunt leren begrijpen, want jij bent 50% je vader en 50% je moeder. 

Zie het genogram dan ook als middel om inzicht te krijgen in je familiesysteem, waarbij je vooral je eigen nieuwsgierigheid (weer) aan mag zwengelen. De gesprekken die je gaat voeren met je familieleden, die zijn het meest waardevol.