Selecteer een pagina

In deze blog lees je over de verbinding met je ouders en de houding ten opzichte van je ouders.
Over het hoe en waarom je je ouders volledig mag omarmen.
Ook als dat in eerste instantie niet zo voelt.

Werkt de video niet? Bekijk hem dan hier!

De relatie met je ouders

Die heb je.
Of je nu wilt of niet.
Of je nu (nog) contact hebt met je ouders, of niet. 

Je hebt een biologische relatie.
Jouw ouders hebben het mogelijk gemaakt dat jij hier nu bent.
Dat jij dit nu kunt lezen.
Dat je het leven misschien al weer door hebt kunnen geven aan je kinderen.

Deze relatie start vanuit afhankelijkheid.

Als baby ben je volledig toegewezen aan de zorg en liefde van je ouders.
Je kunt nog niet voor jezelf zorgen.
Vanuit dit gegeven ontstaat ook de loyaliteit.

Jij hebt je leven te danken aan je ouders, dus ben je loyaal naar hen, om zelf te kunnen overleven.

Hoe ouder je wordt hoe minder afhankelijk je van je ouders wordt, in de meeste gevallen.
Je kunt steeds beter voor jezelf gaan zorgen.
Je kunt van overleven naar leven gaan. 

Maar vaak blijven we in een overlevingsstand staan. 

Loskomen van je ouders

Het is op een gegeven moment tijd om de beweging te maken om meer afstand te nemen van je ouders.
In de puberteit vindt vaak een ‘afzet’ beweging plaats.
Je gaat je eigen ‘ik’ onderzoeken.
Wie ben jij en wie wil je zijn?

Ervaringen in de relatie met je ouders kunnen een obstakel zijn in dit loskomen.
Bijvoorbeeld wanneer je heftige of negatieve dingen hebt meegemaakt, waar je ouders bij betrokken zijn geweest.
Of wanneer een van de ouders uit beeld is verdwenen. Of dit nu is door een overlijden of door een vertrek.
Ook kan het zijn dat jij je ouders hebt willen ondersteunen, omdat zij de zorg in het gezin niet alleen konden dragen. 

Door deze ervaringen blijf je op een andere manier vast zitten aan je ouders.
De gebeurtenissen houden jullie aan elkaar vast.
Met de nodige bijbehorende patronen. 

Je ouders omarmen

Om uit deze, vaak ongezonde, patronen te stappen en écht los te komen van je ouders heb je een innerlijke beweging te maken.
Zolang je deze beweging niet maakt, blijf je afhankelijk van je ouders. Je blijft verstrikt zitten in het patroon.

Jij hebt je ouders volledig te nemen als je ouders.
Compleet. Als één pakket.
Dus met alles wat ze je hebben gegeven en alles wat je hebt gemist.
Het positieve en het negatieve.

Als jij je ouders of een van je ouders niet volledig kan nemen, dan wijs je hen af.
Je verstoot deze persoon als het ware uit je familiesysteem.
Maar dit is wel je vader of moeder.
Degene die jou mede het leven heeft gegeven.
Die een plek hoort te hebben in jouw familiesysteem. 

Er is een verstoring in het familiesysteem.
De verstoring komt automatisch terug, op andere manieren, totdat jij die ouder de plek hebt gegeven die hem of haar toebehoort.

Jezelf omarmen

Op het moment dat jij een van je ouders afwijst, dan wijs je ook een deel van jezelf af.
Jij bestaat namelijk voor 50% uit je moeder en voor 50% uit je vader. 

Innerlijk heb je dus de beweging te maken om je beide ouders volledig te nemen zoals ze zijn.
De beweging komt niet vanuit je hoofd, maar vanuit je hart.

Het kan zijn dat je even nodig hebt om die beweging volledig te kunnen maken.
Doe dat dan iedere keer voor een stukje.
Tot je de beweging af kunt maken en het ‘rond’ kan maken. 

En met die beweging omarm je niet alleen je ouders, maar ook je hele zelf. 

De liefde in je familiesysteem kan weer stromen.
Waardoor jij meer in balans kunt komen. 

Kijk in een opstelling naar de dynamiek tussen jou en je ouders en laat je meevoeren door de beweging die er gemaakt kan worden.